bloedarm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloed·arm
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  bloed zn  en  arm bn  [1]
    • [1] weinig doorbloed en daardoor zwak
    • [2] intensief, waarin "bloed" zonder specifieke betekenis wordt gebruikt om de betekenis te versterken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bloedarm bloedarmer bloedarmst
verbogen bloedarme bloedarmere bloedarmste
partitief bloedarms bloedarmers -

Bijvoeglijk naamwoord

bloedarm

  1. weinig krachtig
    • Zij vonden het sneu dat de minister overwoog allerlei subsidies te schrappen waardoor kleine natuurgebieden dreigden verloren te gaan, of niet meer deftig zouden kunnen worden onderhouden. Joke produceerde een bloedarm, droevig lachje. [2] 
    • Amerika gaf hetzelfde beeld als Europa nadat Merril Lynch beleggers aanraadde technologie-aandelen te verkopen omdat de winsten "bloedarm" zouden zijn. [3] 
    • Volgens Jean de Codt, voorzitter van het hof van Cassatie, komt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in het gedrang: "De uitvoerende macht en administratie behouden hun greep op het budget van de rechterlijke orde. Regering en administratie krijgen zelfs de mogelijkheid om zich te mengen in gerechtelijke beleidslijnen. De burgers vergissen zich als ze denken dat een bloedarme justitie hun rechten zal beschermen." [4] 
  2. bijna niets bezittend, zeer behoeftig
    • Zonder vaderland, zonder enige steun of toeverlaat, in alle opzichten bloedarm, werd hij uiteindelijk sjouwer in de Hallen, waardoor hij net genoeg verdiende om te kunnen eten en een klein kamertje te huren.  [5]
Synoniemen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen