bloedafname

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bloedafname voor bloedonderzoek
bloedafname voor bloedtransfusie
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloed·af·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloedafname bloedafnamen
bloedafnames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bloedafnamev / m

  1. (medisch) het verkrijgen van bloed om het voor medische doeleinden te kunnen onderzoeken
     Marga Wispels, moeder van twee dochters en twee zonen en werkzaam bij de bloedafname van SHO Almelo, is weer helemaal gezond. Een vrouw van bijna 50, die zegt: „Wat heb ik nou nog te wensen? Ik heb alles, ben gezond. Toen ik 41 was en borstkanker kreeg telde nog maar één ding: blijven leven.”[1]
     Bovendien vereist de bloedafname training van de medewerkers. Én moeten de posten voldoen aan de normen van de drie NIPT laboratoria. Uiteindelijk zijn ruim 150 posten geselecteerd waar de test mag worden aangeboden.[2]
     Exact zoals de dokter haar had verzocht te doen. De eerste dag van Jeroens ziekenhuisopname had men zich beziggehouden met elementaire zaken zoals bloedafname, bloeddruk en het in kaart brengen van zijn algehele toestand.[3]
  2. (medisch) het verkrijgen van bloed om het voor een bloedtransfusie te kunnen gebruiken
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Tom van den Berg
    “Almelose Marga dacht dat ze doodging, nu fietst ze in 50 dagen naar Spanje” (25-07-2020), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Malika Sevil
    “Amsterdamse verloskundigen: NIP-test is klantonvriendelijk” (25 maart 2017), Het Parool
  3. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2