Naar inhoud springen

blitz

Uit WikiWoordenboek
  • blitz
vervoeging van
blitzen

blitz

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blitzen
    • Ik blitz. 
  2. gebiedende wijs van blitzen
    • Blitz! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blitzen
    • Blitz je?