blinkend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blin·kend
Werkwoord
vervoeging van: | blinken |
verbogen vorm: | blinkende |
blinkend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | blinkend | blinkender | blinkendst |
verbogen | blinkende | blinkendere | blinkendste |
partitief | blinkends | blinkenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
blinkend
- het afgeven van glans.
- Hij kocht een blinkende auto.
Gangbaarheid
- Het woord blinkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blinkend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be