blikt aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blikt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanblikken

blikt (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken
    • Jij blikt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken
    • Hij blikt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanblikken
    • Blikt aan! 

Gangbaarheid