bliksemschade

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bliksemschade
Uitspraak
Woordafbreking
  • blik·sem·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bliksemschade bliksemschades
bliksemschaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bliksemschade v / m

  1. (meteorologie) schade de veroorzaakt wordt door het onweer
    ▸ Op Groningen Airport Eelde is een Boeing 737 geland met bliksemschade.[1]
    ▸ Bliksemschade neemt sterk toe[2]
    ▸ Bij Interpolis kwamen de meeste meldingen uit Limburg, Noord-Brabant en Gelderland. Het ging om water-, hagel- en bliksemschade. Het is nog onbekend hoe hoog de schade is.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Boeing met bliksemschade geland” (Donderdag 18 juli 2013, 22:32), NOS
  2. ↑ Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Bliksemschade neemt sterk toe” (Vrijdag 6 juli 2012, 14:33), NOS
  3. ↑ Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Veel schademeldingen na slecht weer” (Vrijdag 26 augustus 2011, 21:52), NOS
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=bliksemschade&oldid=4873220"