bliezen af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bliezen af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blie·zen af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afblazen |
bliezen af
- meervoud verleden tijd van afblazen
- Wij bliezen af.
- Jullie bliezen af.
- Zij bliezen af.
- Wij bliezen af.
Gangbaarheid
- Het woord bliezen af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.