blessuurtje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blessuurtje (hulp, bestand)
- IPA: / blɛˈsyrcə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bles·suur·tje
Woordherkomst en -opbouw
- blessure met het achtervoegsel -tje, bij een vernederlandste uitspraak zonder de stomme e, geschreven volgens spellingregel 15.D
Zelfstandig naamwoord
het blessuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blessure
- Koevermans gooide zijn verlies en zijn blessuurtje gedecideerd op de hitte en op vermoeidheid. [1]
Synoniemen
- blessuretje (uitspraakvariant; schrijfwijze als de stomme e wél wordt uitgesproken)
Zelfstandig naamwoord
het blessuurtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blessuur
Gangbaarheid
- Het woord 'blessuurtje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Doorn, N. van"Melkhuisje verliest ook laatste Nederlandse hoop" in: Trouw jrg. 50 nr. 14648 (25 juli 1992); p. 12 kol. 7; geraadpleegd 2019-01-11
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -tje in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal