bleeslaag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blees·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bleeslaag bleeslagen
verkleinwoord bleeslaagje bleeslaagjes

Zelfstandig naamwoord

de bleeslaagv / m

  1. (waterbeheer) oeverbeschermingsconstructie van dun rijswerk dat in continu proces gemaakt en gezonken kan worden (kan dus heel lang zijn)
      Een zinkstuk en een bleeslaag bestaan uit verschillende lagen rijshout en vormen een mat, die den onderliggenden grond moet bedekken en het beloop onder water tegen uitschuren beschermen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    L.G. van Breen
    “Hollands'Rijshout”, digitale editie gemaakt naar de eerste druk (1920), Oosterbaan & le Cointre, Goes, p. 86