Naar inhoud springen

bleef

Uit WikiWoordenboek
  • bleef
vervoeging van
blijven

bleef

  1. enkelvoud verleden tijd van blijven
    • Ik bleef. 
    • Jij bleef. 
    • Hij, zij, het bleef. 
     Ook daarna bleef hij tot op hoge leeftijd actief: hij hield lezingen en sprak geregeld op televisie over nog altijd dezelfde thema's: milieuvervuiling, vreemdelingenhaat, hebzucht.[1]
     Ik schopte mijn schoenen uit en bleef stokstijf in de gang staan.[2]
     Haar naam, Quick, paste goed bij haar, maar het bleef gissen of het haar lome of haar haastige kant was die haar karakter het meest weerspiegelde.[2]
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2025 Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS
  2. 1 2
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be