blasfemeren
Uiterlijk
- Geluid: blasfemeren (hulp, bestand)
- blas·fe·me·ren
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘godslasteren’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
- Van het Engelse blaspheme of het Franse blasphémer, van het Latijnse 'blasphemare' met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blasfemeren |
blasfemeerde |
geblasfemeerd |
zwak -d | volledig |
blasfemeren
- inergatief godslasteringen uiten
- Het woord blasfemeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal