blafferd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blaf·ferd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blafferd blafferds
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de blafferdm

  1. register
     Blafferd (ook wel: Blaffert), De: Het haardsteden-register uit 1755; hierin staan opgetekend de namen van de eigenaren (en soms hun beroepen) van de panden in de stad met de huisgeld-bedragen waarvoor zij aangeslagen werden. Men leert hier in het algemeen niet de bewoners (dat zijn meestal huurders) uit kennen.[1]

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Archief Eemland
    “Blafferd (ook wel: Blaffert), De”, Archief Eemland
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be