blaaswerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blaas·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blaaswerk blaaswerken
verkleinwoord blaaswerkje blaaswerkjes

Zelfstandig naamwoord

blaaswerk [1]

  1. (muziek) blaasinstrumenten
     Een is gericht op de opleiding van muziekdocenten. De andere opleiding biedt de mogelijkheid om professioneel muzikant te worden, in onder meer gitaar, piano, percussie, koper- en houten blaaswerk en zang.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “'Conservatorium Curaçao goed voor identiteit'” (Vrijdag 18 maart 2016, 04:45), NOS