blíže
Uiterlijk
- IPA: /bliːʒɛ/
- blí·že
- Afgeleid van het Protoslavische woord blizь
blíže
- dichterbij, naderbij; de vergrotende trap van blízce / blízko
- (spreektaal) blíž (bw.)
blíže
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord blízat