bittertje

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bit·ter·tje

Zelfstandig naamwoord

bittertje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bitter

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be