biseks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bi·seks
Woordherkomst en -opbouw
- verkorting van biseksueel
stellend | |
---|---|
onverbogen | biseks |
verbogen | |
partitief | biseks |
Bijvoeglijk naamwoord
biseks
- verkorting van biseksueel, het zowel van mannen als van vrouwen houden
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord biseks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biseks" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be