bisbille
Uiterlijk
- bis·bil·le
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bisbille | bisbilles |
| verkleinwoord | - | - |
de bisbille v
- Het woord 'bisbille' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ bisbille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Meester, J. de"Hollanders in en uit den vreemde." in De Gids. jrg. 93 deel 2 (1929) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 309; geraadpleegd 2016-07-28
- ↑ Tak, P.L."Nederlandsche Politiek." in: De Nieuwe Gids jrg. 3 deel 1 (1887) W. Versluys, Amsterdam; p. 279; geraadpleegd 2016-07-28
- bis·bille
bisbille v
- kleine ruzie, bisbille
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 8
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans