bioterrorist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bio·ter·ro·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bioterrorist | bioterroristen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bioterrorist m
- (militair) iemand die een terreuraanslag pleegt met biologische wapens
- ▸ 'De term bioterrorisme is niet het eerste waar je aan denkt als het gaat over de diagnostiek van ziekteverwekkers. Toch zouden instellingen door de bril van een bioterrorist moeten kijken om te voorkomen dat de zogenoemde biologische agentia simpelweg kunnen worden weggehaald', staat in het rapport 'Biorisk' van de IGZ.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bioterrorist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Domien Esselink“Gevaar voor bioterrorisme dreigt” (14-03-2018), Tubantia