bioscoopoperateur
Uiterlijk
- Geluid: bioscoopoperateur (hulp, bestand)
- IPA: / bijɔsˈkopopəraˌtør / (7 lettergrepen)
- bio·scoop·ope·ra·teur
- samenstelling van bioscoop zn en operateur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bioscoopoperateur | bioscoopoperateurs |
verkleinwoord | bioscoopoperateurtje | bioscoopoperateurtjes |
de bioscoopoperateur m
- (beroep) iemand die verantwoordelijk is voor de techniek binnen een bioscoop, zoals het draaien van films, het onderhouden van apparateuur en het onderhouden van de zalen
- ▸ Ogenschijnlijk is de introverte bioscoopoperateur een meer voor de hand liggend model voor Tykwer, een doorgewinterde cinefiel die jarenlang een Berlijns arthouse programmeerde.[1]
- Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: bioscoop-operateur.
- Het woord 'bioscoopoperateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Hans Beerekamp“Slaapwandelaars in de sneeuw; Innemende, meeslepende vertelling van groot Duits talent” (25 november 1998) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 7 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal