bioproduct

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·pro·duct
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bioproduct bioproducten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bioproducto

  1. (landbouw) (economie) voeding die op een ecologisch vriendelijke manier is geproduceerd
     EU-landen: geen extra norm voor bioproducten[1]
     Prof. dr. Jan Jonker, hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Nijmegen School of Management, plaatst de toename van het aantal kringloopwinkels voor het goede doel in een breder kader. „Je ziet ook een stijging van het aantal voedselbanken. En er komen bijvoorbeeld steeds meer biowinkels bij, net als bioproducten in supermarkten.”[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron “EU-landen: geen extra norm voor bioproducten” (16 juni 2015), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron “Steeds meer kringloopwinkels voor goed doel” (23 april 2016), Reformatorisch Dagblad