biografie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘levensbeschrijving’ voor het eerst aangetroffen in 1820 [1]
  • met het voorvoegsel bio- en met het achtervoegsel -grafie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord biografie biografieën
verkleinwoord biografietje biografietjes

Zelfstandig naamwoord

de biografiev

  1. beschrijving van iemands leven
    • Bij de viering van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden zijn er biografieën van Koning Willem I, II en III verschenen. 
    • Hij verhaalt over haar biografie, vol sociale ellende, waarbij ze als meisje in een hok moet vechten voor iedere centimeter privacy. „De hel, dat zijn de anderen. In Frankrijk moet je een diepe denker en existentialist zijn om tot dit inzicht te komen”, sneert Brouwers naar Jean-Paul Sarte. „In Wit-Rusland en Rusland krijg je deze wijsheid er gratis bij.” [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɪjɔgrafɪjɛ/
Woordafbreking
  • bio·gra·fie

Zelfstandig naamwoord

biografie v

  1. biografie; beschrijving van iemands leven
Verbuiging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen