bio-ingenieur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio-in·ge·ni·eur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bio-ingenieur bio-ingenieurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bio-ingenieurm

  1. (beroep) een academisch gevormde ingenieur, afgestudeerd aan een van de faculteiten bio-ingenieurswetenschappen
  2. (beroep) iemand die biologische kennis inzet voor industriële processen
     De betrokken onderzoekers zijn ervan overtuigd dat ze een grote ontdekking hebben gedaan. "Deze ontdekking is absoluut een primeur", zegt Regina Barzilay, professor aan de Amerikaanse universiteit MIT tegen de Britse krant The Guardian. Dat onderschrijft James Collins, bio-ingenieur bij het project. "Ik denk dat dit een van de krachtigste antibiotica is die tot nu toe is ontdekt", zegt hij over halicin, dat eigenlijk dus bedoeld was tegen diabetes.[1]
     Bio-ingenieur Joachim Schouteten, begeleider van het onderzoek, denkt dat het insectenvet binnen afzienbare tijd gewoon in onze supermarkten te vinden zal zijn.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Kunstmatige intelligentie helpt nieuwe antibiotica te vinden” (21-02-2020), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron
    Sabine Van Damme
    “Bakken met ‘insectenvet’ in plaats van boter: je proeft het verschil nauwelijks” (10-02-2020), Tubantia