binnenvader
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenvader (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bin·nen·va·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en vader zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenvader | binnenvaders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) (verouderd) man die de dagelijkse leiding heeft over een weeshuis of andere zorginstelling waarbinnen mensen wonen
Gangbaarheid
- Het woord binnenvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.