binnenst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nenst
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van binnen met het achtervoegsel -st
  • is op te vatten als de overtreffende trap van het bijwoord binnen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen binnenst
verbogen binnenste

Bijvoeglijk naamwoord

binnenst

  1. met meest aan de binnenkant gelegen [1]
    • Maar nooit gelukt het haar om een binnenst smachten geheel te overwinnen. [2] 
  2. intiemste gedachten en plannen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jean Jacques Rousseau door Henriette Roland Holst
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be