binnenlokken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·lok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

binnenlokken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenlokken
lokte binnen
binnengelokt
zwak -t volledig
  1. mens of dier verleiden ergens naar binnen te gaan
     "De stap van Jumbo is wellicht ingegeven doordat het klanten wil terughalen of binnenlokken die hun boodschappen nu doen bij AH of Lidl. De Plus is een kleinere speler die in het prijsoffensief van Jumbo meegaat."[1]
     De meisjes, 11 en 12 jaar oud, werden vijf dagen geleden een appartement in Tokio binnengelokt en vervolgens in de boeien geslagen. Na vier dagen wist een van de meisjes aan de aandacht van de ontvoerder te ontsnappen en de politie te waarschuwen. Toen de overige meisjes donderdag werden bevrijd had de man inmiddels zelfmoord gepleegd.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “Klant profiteert van goedkopere boodschappen, maar wie betaalt die korting?” (04-10-2017), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “Japanse minister opnieuw in de fout” (18 juli 2003), Reformatorisch Dagblad