bimbo
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bim·bo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bimbo | bimbo's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bimbo v
- (niet al te intelligente) vrouw die op een ordinaire manier knap is
- het woord bimbo doet meteen denken aan films met Humphrey Bogart
- (cultuur) bepaalde leefstijl (-> bimbocultuur)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bimbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bimbo" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ bimbo op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be