biljartkeu
Uiterlijk
- Geluid: biljartkeu (hulp, bestand)
- bil·jart·keu
- samenstelling van biljart en keu [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biljartkeu | biljartkeus |
verkleinwoord |
- de stok waarmee men in het biljartspel de ballen voortstoot
- Volgens justitie benaderden twee van de zes rond kwart voor negen 's avonds “met een smoes” een bewaarder in de recreatieruimte. Zij sloegen hem tegen de grond en ontnamen hem zijn sleutelbos. Op dat moment waren ongeveer dertig gedetineerden en vier bewaarders aanwezig in de recreatieruimte. Een tweede bewaarder, die tussenbeide wilde komen, werd met een biljartkeu mishandeld en liep verwondingen op aan zijn keel. Daarna begaven zes gedetineerden zich met de buitgemaakte sleutel naar de voordeur, waar de politie inmiddels echter al aanwezig was. De gedetineerden wisten vervolgens een deur aan de achterzijde van de inrichting te openen en klommen over de gevangenismuur.[2]
- Het woord biljartkeu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 10 september 1993