bijzin

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijzin bijzinnen
verkleinwoord bijzinnetje bijzinnetjes

Zelfstandig naamwoord

bijzin m

  1. (taalkunde) een deel van een uiting dat een ondergeschikte rol speelt ten opzichte van de hoofdzin
    • Maar wat is hier nu de hoofdzin en wat is de bijzin? 
    • Ik ga naar school, omdat het moet. omdat het moet is hier de bijzin. 
     Deze trailnaam had ze gekregen vanwege haar fascinatie voor het boek ‘Slaughterhouse five’ van Kurt Vonnegut, waarin vaak de bijzin ‘so it goes’ terugkomt.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be