bijzetten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijzetten
zette bij
bijgezet
zwak -t volledig

Werkwoord

bijzetten

  1. overgankelijk een laatste rustplaats geven
    • Hij werd bijgezet in het familiegraf. 
     De familie Van Rechteren Limpurg is al eeuwen verbonden met de Grote Kerk. In de crypte onder de kerk rusten 26 voorouders van de graaf. Sinds 1875 geldt het mausoleum aan de Gravenallee als laatste rustplaats voor overleden leden van de grafelijke familie. Graaf Adolph wordt daar morgen als veertiende familielid bijgezet.[1]
  2. overgankelijk (scheepvaart) zeilen ~: zeilen ontvouwen om meer wind te vangen
    • Er werden nog een aantal zeilen bijgezet omdat de wind afzwakte. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • alle zeilen bijzetten.
alle middelen inzetten om een doel te bereiken
  • kracht bijzetten aan iets
een middel aanwenden om een bepaalde zaak te steunen

Werkwoord

vervoeging van
bijzetten

bijzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijzetten
    • ...dat wij bijzetten. 
    • ...dat jullie bijzetten. 
    • ...dat zij bijzetten. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Henk van Schuppen
    “Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be