bijwerken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijwerken
werkte bij
bijgewerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

bijwerken

  1. overgankelijk zorgen dat alle veranderingen die inmiddels nodig geworden waren doorgevoerd zijn
    • Ik heb deze bestanden even bijgewerkt. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de bijwerkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijwerk

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be