bijvoederen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·voe·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bijvoederen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijvoederen
voederde bij
bijgevoederd
zwak -d volledig
  1. aanvullend extra voedsel geven
     De grote grazers van de Oostvaardersplassen worden bijgevoerd. Alleen Staatsbosbeheer mag dat doen, stelt de provincie Flevoland. Bezoekers die de dieren de afgelopen dagen al bijvoederden niet.[2]
     Besmetting vindt plaats als vogels direct onderling contact hebben, bijvoorbeeld bij voederplaatsen. "Het is daarom erg belangrijk dat mensen die vogels bijvoederen de voederplaats goed schoonhouden. Ook drinkbakjes moeten regelmatig uitgespoeld worden."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Grote grazers Oostvaardersplassen bijgevoerd” (Donderdag 1 maart 2018, 19:09), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Meer dode vogels door besmettelijke vogelziekte” (Dinsdag 31 januari 2017, 17:09), NOS