bijtgaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bijt·gaar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bijtgaar bijtgaarder bijtgaarst
verbogen bijtgare bijtgaardere bijtgaarste
partitief bijtgaars bijtgaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

bijtgaar

  1. (kookkunst)gaar maar met moet tijdens het eten nog wel bijten meestal betrekking hebbend op pasta of groente
    • Naast de hogedrukpan is ook de wok een wonderpan. In alle gehaaste huishoudens zou een wok aanwezig moeten zijn in deze tijden van bijtgaar en snelklaar voedsel. Liefst dat sobere bolronde model van onbekleed dun plaatstaal met een lange houten handgreep en een iets afgeplatte bodem zodat de wok zonder hulpstuk op het vuur (gas) kan blijven staan.[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Florine Boucher 5 december 1994 NRC
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be