bijstelbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijstelbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·stel·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bijstellen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bijstelbaar | bijstelbaarder | bijstelbaarst |
verbogen | bijstelbare | bijstelbaardere | bijstelbaarste |
partitief | bijstelbaars | bijstelbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bijstelbaar
- dat iets aangepast kan worden aan de behoeften die er zijn
- De instelling van de cirkelzaag was zeer nauwkeurig bijstelbaar zodat een keurig passend stuk hout gemaakt kon worden in de meubelmakerij.
Gangbaarheid
- Het woord 'bijstelbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.