bijkletsen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·klet·sen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bijkletsen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijkletsen
kletste bij
bijgekletst
zwak -t volledig
  1. door gezellig praten elkaar weer op de hoogte brengen van alle nieuwtjes
Kjeld Nuis: 'Ik moet nu Nieuwe Buren kijken met Femke en Ireen’#: Elke middag blikken Thijs Zonneveld en Hidde van Warmerdam vanuit Move Amsterdam terug op de olympische dag in Peking. Vandaag dag 6: Irene Schouten verovert bijna moeiteloos haar tweede gouden medaille, even bijkletsen met Kjeld Nuis, een kleine update over de schandalen en estafette rodelen is het nieuwe ‘te land, ter zee en in de lucht’.[1]
  1.  „De meeste mensen komen tussen zeven en half negen ‘s avonds, zo vlak na het eten”, weet voorzitter van het stembureau Hermien Stevens (63). De Espelose ambtenaar zit al 25 jaar op het stembureau in Dijkerhoek. Rond het middaguur zijn er 177 stemmen uitgebracht. Het is een weerzien van bekenden. De laatste feestjes worden besproken en tussen het stemmen door kunnen de stembureauleden nog even bijkletsen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 augustus 2022 Weblink bron “Podcast Hallo Peking” (10-02-2022), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 augustus 2022 Weblink bron
    Yvet Maassen
    “Een kijkje bij het kleinste stembureau van Rijssen-Holten in Dijkerhoek: ‘Eerlijk en oprecht, dat krijgt mijn stem’” (16-03-2022), Tubantia