bijgenaamd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Huis Deroissart-Stercken bijgenaamd het Witte Huis
Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·ge·naamd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bijgenaamd
verbogen
partitief bijgenaamds

Bijvoeglijk naamwoord

bijgenaamd [2]

  1. de bijnaam hebbende
    • - Pinarello, de verwenconstructeur van Team Sky, zoekt de schokdemping juist aan de achterkant van het frame: een hydraulisch systeempje dat elektronisch gestuurd wordt door sensoren die ook in de duurdere smartphones zitten. Alles volautomatisch, al kan de renner naar wens ook op de handmatige piloot. Met de Italiaan Moscan, bijgenaamd ‘de tractor’, scoorde Sky met broeder Pinarello niet slecht.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen