bijgebouw

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijgebouw bijgebouwen
verkleinwoord bijgebouwtje bijgebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

bijgebouw o

  1. een gebouw dat bij een hoofdgebouw hoort
    • Bij de Werverdijk langs de IJssel heeft 3000 jaar geleden vermoedelijk een boerderij gestaan met bijgebouwen.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 25 nov. 2014 Prehistorische boerderij langs IJsseldijk
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be