bijenstal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·en·stal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en stal met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijenstal | bijenstallen |
verkleinwoord | bijenstalletje | bijenstalletjes |
Zelfstandig naamwoord
de bijenstal m
- een plaats waar een aantal bijenkorven of bijenkasten (onder een afdak) zijn verzameld
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bijenstal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijenstal" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be