bijeneters
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijeneters (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bij·en·eters
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijeneters | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bijeneters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijeneter
- meervoudsvorm als officiële benaming (scharrelaarvogels) Meropidae familie van vogels uit de orde scharrelaarvogels. De familie telt 26 soorten verdeeld over drie geslachten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] Afrikaanse kleine groene bijeneter, Arabische kleine groene bijeneter, Aziatische kleine groene bijeneter, bergbijeneter, bijeneter, blauwbaardbijeneter, blauwborstbijeneter, blauwkopbijeneter, blauwsnorbijeneter, blauwstaartbijeneter, bruinkopbijeneter, Böhms bijeneter, dwergbijeneter, Ethiopische bijeneter, groene bijeneter, madagaskarbijeneter, Maleise bijeneter, noordelijke karmijnrode bijeneter, regenboogbijeneter, roestkruinbijeneter, roodbaardbijeneter, roodkeelbijeneter, roze bijeneter, Somalische bijeneter, sulawesibijeneter, witkapbijeneter, witkeelbijeneter, zuidelijke karmijnrode bijeneter, zwaluwstaartbijeneter, zwarte bijeneter, zwartkopbijeneter
Gangbaarheid
- Het woord bijeneters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Scharrelaarvogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal