bijas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·as
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijas | bijassen |
verkleinwoord | bijasje | bijasjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kleinere as naast de hoofdas; vertakking van de hoofdas
Antoniemen
Vertalingen
1. een kleinere as naast de hoofdas; vertakking van de hoofdas
Gangbaarheid
- Het woord 'bijas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijas" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be