biertje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·tje

Zelfstandig naamwoord

het biertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bier
    • Wij drinken graag af en toe een biertje. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be