bierdrinker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bierdrinker
Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·drin·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bierdrinker bierdrinkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bierdrinkerm

  1. iemand die regelmatig bier drinkt
     Hij is geblessseerd en daarnaast ook nog eens geschorst. Maar niets kan de Denen stoppen. John Jensen, die zichzelf omschrijft als gepassioneerd bierdrinker, zet de Denen op voorsprong. Kim Vilfort zet twaalf minuten voor het einde de 2-0 op het scorebord.[2]
     Obama staat bekend als een bierdrinker. Hij wordt graag op de foto gezet met een biertje in zijn hand. Het wordt ook in de verkiezingscampagne gebruikt, omdat zijn Republikeinse tegenstander Mitt Romney geheelonthouder is.[3]
     Hij is geblesseerd en daarnaast ook nog eens geschorst. Maar niets kan de Denen stoppen. John Jensen, die zichzelf omschrijft als gepassioneerd bierdrinker, zet de Denen op voorsprong. Kim Vilfort zet twaalf minuten voor het einde de 2-0 op het scorebord.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “EK 1992: Denen onttronen Oranje” (Zondag 8 januari 2012, 22:15), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Witte Huis onthult recept eigen bier” (Zaterdag 1 september 2012, 22:28), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “EK 1992: sprookje van een Deens campingelftal” (Maandag 6 juni 2016, 09:02), NOS