bief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bief
Woordherkomst en -opbouw
- verkorting van biefstuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bief | bieven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bief m
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bief" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be