biedt af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • biedt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbieden

biedt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden
    • Jij biedt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbieden
    • Hij biedt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbieden
    • Biedt af!