bicultureel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bicultureel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbikʏltyˌrel / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• bi·cul·tu·reel

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding cultureel met het voorvoegsel bi-
  • [2], [3] leenvertaling van Engels bicultural ook met betrekking tot mensen, in zwang geraakt sinds 2006, zie vindplaats hieronder

	stellend
onverbogen	bicultureel
verbogen	biculturele
partitief	bicultureels

Bijvoeglijk naamwoord

bicultureel

1. behorend tot of gericht op de taal en manier van leven van twee groepen afkomstig uit verschillende gebieden of verschillende tradities (gezegd over bijvoorbeeld een natie, school, instelling, bereidingswijze van voedsel of identiteit)

   ▸ Mevrouw Soriano zei in een tafelspeech te hopen dat beide landen zich door middel van nauwe samenwerking nog verder zouden ontwikkelen en dat Israel en de Filippijnen een belangrijke bijdrage tot de vrede in de wereld zouden kunnen leveren. Als voorbeeld op kleine schaal van dit streven stelde zij de biculturele maaltijd, waar ze eregast was.

   ▸ De tweetaligheid en het bicultureel karakter van de Belgische staat vormden ongetwijfeld een ernstige hindernis voor de culturele integratie op Beneluxniveau. De culturele autonomie van 1970 en de grondwetsherziening van 1980 vertrouwden de internationale culturele samenwerking toe aan de cultuurgemeenschappen in België.

   ▸ In Zweden hebben alle leerlingen die uit een gezin komen waar beide ouders (of één van hen) een andere taal dan Zweeds spreken, recht op onderwijs in deze taal gedurende twee uur per week. Op school. De schrijfster, die enkele jaren bicultureel onderwijs Nederlands heeft gegeven, vertelt na een inleiding en een hoofdstuk over ‘De thuistaal in het algemeen in Zweden’ in hoofdstuk 3 ‘Iets over mijn ervaringen en mijn manier van werken met het thuistaalonderwijs’. Nu ook in Nederland het bicultureel onderwijs van de grond komt, is het nuttig van buitenlandse ervaringen, zoals deze, kennis te nemen.

2. (eufemisme) door migratie verbonden met de taal en manier van leven uit zowel een land van herkomst als een land van verblijf

   ▸ Na de PvdA heeft nu ook De Baak, het opleidingscentrum van werkgeversorganisatie VNO-NCW, voorgesteld het begrip `allochtoon` te veranderen in `bicultureel`. Deze term zou een positievere betekenis hebben. Naïef. De connotatie van een woord, ofwel de voorstellingen die wij krijgen bij het horen van dat woord, verandert met de tijd en wordt bepaald door de verhouding die wij hebben tegenover hetgeen waarnaar het woord verwijst.

   ▸ Vroeger was de instroom van politiemensen met een biculturele achtergrond laag, maar tegenwoordig is dat één op de vijf.

   ▸ Mourad Ouari ziet dat ook in zijn bedrijf dat jongeren helpt aan werk. "Denk is naar mijn mening en volgens heel veel andere biculturele jongeren anders en vernieuwend."

   ▸ De koning zal volgens de Rijksvoorlichtingsdienst spreken met mensen uit diverse groepen "waar acceptatie vaak nog achterblijft". Het gaat om jongeren, ouderen en "LHBT's met een biculturele of religieuze achtergrond".

   ▸ In 2010 opperde de ChristenUnie de term bicultureel.

3. (eufemisme) met ouders die tot verschillende rassen worden gerekend

   ▸ Want de komst van Meghan, een biculturele Amerikaanse actrice, zorgde ervoor dat de Windsors wat meer een afspiegeling werden van de moderne, diverse Britse samenleving.

Synoniemen

• [2] allochtoon
• [3] biraciaal

Verwante begrippen

• multicultureel
• [2] migratieachtergrond
• [3] halfbloed

Gangbaarheid

• Het woord bicultureel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.