bibliothecaresse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·blio·the·ca·res·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bibliothecaresse bibliothecaresses
(bibliothecaressen)
verkleinwoord bibliothecaresje bibliothecaresjes

Zelfstandig naamwoord

de bibliothecaressev

  1. (beroep) beheerster van een bibliotheek
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be