bibliobus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·blio·bus
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het Griekse woord biblion ("boek") en het Nederlandse woord bus.
enkelvoud meervoud
naamwoord bibliobus bibliobussen
verkleinwoord bibliobusje bibliobusjes

Zelfstandig naamwoord

de bibliobusm

  1. een rijdende bibliotheek, een bus die gebruikt wordt om boeken rond te brengen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Uitspraak
  • IPA: /bi.bli.jɔ.bys/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  bibliobus     le bibliobus     bibliobus     les bibliobus  

Zelfstandig naamwoord

bibliobus m

  1. bibliobus


Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /bi.bljo.bus/

Zelfstandig naamwoord

bibliobus

  1. bibliobus