bibberende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bibberende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bib·be·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | bibberen |
bibberende
- verbogen vorm van bibberend, het onvoltooid deelwoord van bibberen
Bijvoeglijk naamwoord
bibberende
- verbogen vorm van de stellende trap van bibberend