bezuinigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezuinigden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zui·nig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezuinigen |
bezuinigden
- meervoud verleden tijd van bezuinigen
- Wij bezuinigden.
- Jullie bezuinigden.
- Zij bezuinigden.
- Wij bezuinigden.