bezorgde terug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zorg·de te·rug
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugbezorgen |
bezorgde terug
- enkelvoud verleden tijd van terugbezorgen
- Ik bezorgde terug.
- Jij bezorgde terug.
- Hij, zij, het bezorgde terug.
- Ik bezorgde terug.