bezoekduur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezoekduur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zoek·duur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bezoek en duur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoekduur | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bezoekduur m
- de tijd dat een bezoek kost
- In een museum is de gemiddelde bezoekduur ongeveer 1 tot 2 uur.
Gangbaarheid
- Het woord 'bezoekduur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.